Teams ontwikkelen zich voortdurend, of je er nu aandacht aan besteedt of niet. Soms lijkt de aandacht hiervoor even van de radar te verdwijnen. Logisch, als je gewoon met je werk bezig wilt zijn. Het is ook best weer even een dingetje als de auto naar de garage moet. Veel liever rijd je erin naar leuke bestemmingen, dan dat je je met onderhoud bezig moet houden. In die zin is een team net een auto. En zoals je bij de aanschaf van een auto je terdege afvraagt wat je ermee gaat doen (hoe vaak rijd je erin, heb je veel ruimte nodig, moet ie zuinig zijn, welke accessoires zijn van belang), is het bij de vorming en het onderhoud van een team van belang dat je jezelf ook deze vragen stelt:
- Wat is het doel van het team, welk resultaat moet het opleveren?
- Hoe wil je dat het team functioneert? Zelfsturend, of juist duidelijk geleid? Of iets daar tussenin?
- Als je dit weet: wat moet het team dan kunnen?
Hulpmiddel voor teams
Een handig hulpmiddel om antwoord op deze vragen te krijgen, is de indeling van Bruce Tuckman: de Maturity levels. De Maturity levels (M-levels) geven een handzaam overzicht van wat je per gewenst niveau te ontwikkelen hebt. En, net zo belangrijk, hoe je per fase het team het beste aanstuurt. In het kort zien de M-levels er als volgt uit:
M1: Het team voert duidelijk geformuleerde taken uit en werkt goed samen zolang er geen gedoe is. Als er wel gedoe is vraagt het team de leider om te interveniëren.
M2: Groeifase: er is spanning onderling, er ontstaan coalities. Het team is op zoek naar het teamdoel.
M3: Het team gaat staan als team en ziet het belang van gezamenlijk optrekken.
M4: Het team handelt in alles vanuit het gezamenlijke doel.
Geregeld hoor ik een teamlid of teamleider verzuchten “We zijn toch volwassen mensen, gedraag je dan ook zo!”. Het bijzondere is, als je als team in fase M1 zit, ben je als mens weliswaar volwassen, maar als team niet. Door hoe het M1-team functioneert, roept het als het ware onvolwassen gedrag op. Om dit goed te doorgronden is het handig er een paar begrippen uit Systeemdenken bij te nemen: Bovenstroom en onderstroom. In elke samenwerking zit een bovenstroom en een onderstroom.
Bovenstroom = Inhoud en procedures
Onderstroom = Interactie en gevoel
Teamontwikkeling stap voor stap
Een M1-team is vooral bezig met de bovenstroom: wat is mijn taak en hoe zorg ik ervoor dat ik deze volbreng? Dit werkt doorgaans prima. Als er tussen teamleden een probleem ontstaat, zal in een M1-team de neiging zijn om naar de leidinggevende te kijken voor een oplossing. Het M1-team heeft dus (nog) geen aandacht voor de onderstroom: wat is mijn aandeel in de interactie en hoe kan ik bijdragen aan een oplossing? Het is dan juist niet zo effectief om als leider te verwachten dat de teamleden hierin zich volwassen gedragen, omdat de teamleden dat niet gewend zijn in deze context. De context nodigt als het ware ook niet uit om je als volwassene te gedragen.
Als een M1-team weinig verstoringen kent en de resultaten zijn goed, kan dat goed werken. De teamleden zijn vaak bereid elkaar tot op zekere hoogte te helpen en er is ook interesse in elkaar. Het gaat pas mis als de verstoringen frequenter of ernstiger worden en het team, inclusief de teamleider, niet in staat zijn dit weer goed samen op te lossen. Dan rijst de vraag: wat nu?
Je kunt nu verschillende mogelijkheden kiezen, zoals conflictbemiddeling of teamontwikkeling naar M3 of M4.
- Conflictcoaching: een gerichte interventie om de teamleden elkaar beter te laten begrijpen en afspraken te maken over hoe je met elkaar om wilt gaan. Een korte excursie naar de onderstroom. Effectief als je als team(leider) de wens hebt om op M1 te willen blijven.
- Teamontwikkeling naar M3 of M4: je wilt als team meer zelfstandig functioneren en meer invloed op het resultaat. Om bij M3 te komen, zul je als team door M2 moeten, de fase van conflict. Geen enkel team wil daar graag zijn en blijven. De neiging kan zijn om deze fase over te willen slaan, of na een paar stappen in M2 de conclusie te trekken dat het er minder gezellig op wordt en je terug te trekken naar M1.
Helder doel
Het belang van een helder doel (waarom willen wij naar M3?) is hierin groot belang, want dat motiveert de teamleden om wel door M2 te komen. Als teamleider, en wij als procesbegeleiders, kunnen hierin van waarde zijn door steeds het perspectief te schetsen: “Ja, het is niet fijn in M2, maar je leert veel waar je in M3 veel profijt van gaat hebben”.
Het mooie is dat niet alleen het team veel leert, maar ook elk teamlid. Vanaf M2 is er ook aandacht voor de onderstroom, leer je je eigen conflictstijl en weet je deze ook effectiever in te zetten. Hoe mooi is dat?
Wil je meer weten over teamontwikkeling? Wij sparren graag met jou over de beste aanpak voor jouw team.
Start jouw teamontwikkeling
Misschien ben je ook geïnteresseerd in: