Na een hele dag werken rijd ik in de auto, weer terug naar huis. Ik hou wel van deze ritjes. Dan ben ik even op mezelf, samen met mijn radio. Ik luister naar een interessant praatprogramma. Er wordt life-muziek aangekondigd.
Vanuit de stilte klinken tonen van een trompet; één simpele trompet. Meer is het niet en meer wordt het ook niet. Ik luister en al snel springen de tranen in mijn ogen. Dit gaat recht naar het hart. De eenvoud, de helderheid, de zachtheid, de stevigheid, de warme, diepe klanken, westers en oosters tegelijk, soms wat Jazzy of klassiek-achtig. Kortom: niet te vatten in één stijl, anders dan de stijl van de trompettist. Alles vloeit samen: ik krijg kippenvel midden op de snelweg en ik word overvallen door een groot gevoel van blijdschap.
Als het afgelopen is, noemt de gespreksleider de naam van de trompettist: Eric Vloeimans. Ik neem me voor deze naam te onthouden. In stilte hoop ik, dat de gesprekleider de naam van het muziekstuk noemt. Dat gebeurt niet. Ik wacht rustig af en luister verder naar het gesprek. Even later mag Eric weer spelen: mijn hart maakt een sprongetje en ik geniet. En ja: aan het eind vraagt de gespreksleider om de naam van het stuk. Eric zegt ontspannen en een beetje grappend: dit heeft geen naam. Ik heb het zojuist geïmproviseerd…. GEIMPROVISEERD!!??
Ik denk: “Wat een lef, zo, op de radio!!” Maar, ik denk ook, “Balen, dan kan ik het nooit meer terug horen!” Toch weet ik ook onmiddellijk, dat deze ervaring als herinnering blijft. Die draag ik met me mee, juist doordat hij – heel ontspannen en als vanzelf – iets gecreëerd heeft vanuit het niets.
Natuurlijk snap ik ook, dat hij dit kan op basis van zijn vakmanschap en vele uren studie. Mede daardoor is hij in staat om één te worden met zijn trompet en kan hij alles spelen, wat maar in hem op komt. Toch is dit niet het hele verhaal. Mij treft het, dat hij zo relaxed en ongedwongen is en dat hij – blijkbaar zonder afstemming met de gespreksleider – zijn eigen muziek bepaalt. Daar hou ik van, zo ‘gewoon’, zo eigen en zo relaxed.
Thuisgekomen, zoek ik in Spotify zijn muziek op. Daar blijkt hij goed bekend te zijn. Ik kan veel moois van hem beluisteren: filmmuziek, jazz, klassiek, modern-klassiek of een mix van deze stijlen: soms grappig, soms ontroerend, soms prachtig, soms alleen en soms samen. Ik luister met plezier en heb me verzoend met het feit dat ik hem niet meer zal horen improviseren in z’n eentje. Tot ik ‘Solo Di Tromb nr.7’ van de CD ‘Calefax’ tegen kom: mooiii! De magie van dat ene moment in de auto zit er deels in, maar ik krijg het niet meer helemaal te pakken. Zo gaat dat.
Pas later realiseer ik me dat de manier waarop Eric zijn werk doet, paralellen heeft met mijn eigen werk. Ik hou van improviseren op basis van gedegen vakmanschap. Dan ben ik als trainer of teamcoach op mijn best. Er is één ding, dat ik wel eens dreig te verliezen in de drukte van het dagdagelijkse. Dat is de ontspanning. Het is mijn levensopdracht om regelmatig weer even in de vertraging te gaan en actief de rust op te zoeken, want al doende, kan ook ik ‘gewoon’ weer iets blijven creëren uit het niets. Als ik me dit realiseer, krijg ik toch weer kippenvel.
Caroline Reij