December 2014
Ik lees zo nu en dan in ‘Het werk’ van Etty Hillesum. Zij was een jonge vrouw, die in WO II een dagboek bijhield en brieven schreef vanuit Westerbork. Ze heeft de oorlog niet overleefd. Haar schrijfwerk is bewaard en verzameld in dit boek dat tjokvol mooie, grappige en wijze fragmenten zit. Dat maakt het tot een bijzonder boek. Etty is mij en vele anderen voorgegaan in het leven. Ze wilde voluit en dienend leven vanuit innerlijke vrijheid, ongeacht de erbarmelijke omstandigheden. Neem nou dit fragment…
Vrijdagmorgen 3 october 1941, 9 uur
…”Je zoekt naar harmonie, naar een synthese, maar je weet dat die er niet is. Ik wil alles onder een gezichtspunt samenbrengen, door één leidende idee overkoepelen, maar de enige harmonie die je kunt vinden is door alle tegenstellingen te aanvaarden. Iedere pool heeft z’n tegenpool, dat is nu eenmaal zo. Het is niet voldoende, dat je dit alleen met je verstand weet, je moet de veelheid der dingen ook léven en niet te krampachtig de veelheid willen smeden tot eenheid”….
uit: ‘Het werk’, pag. 123, Etty Hillesum
Etty beschrijft hier een mooie paradox, namelijk dat momenten van eenheid kunnen ontstaan door een volledige aanvaarding van de dualiteit. Ze spreekt over het zoeken naar harmonie, naar een synthese. Naar mijn idee gaat het over een algemeen menselijk verlangen om het goed te hebben, om in evenwicht te zijn met jezelf en met je omgeving liefst voor altijd en eeuwig. En – hoewel we weten dat dit niet altijd kan – blijven we de harmonie toch zoeken. Daar zijn we mens voor.
Etty beseft in deze tekst ook, dat ze nog zoekt naar één eenduidig antwoord of idee, maar ze weet eigenlijk ook al dat ze dat niet gaat vinden. Dat is precies waar ze staat, op dat moment in haar leven. Dat heeft ook iets van de wens/eis van een kind. Iets vergelijkbaars wil je als kind ook; dat je ouders (of wie dan ook) HET antwoord weten en dat ze je overal tegen beschermen, zodat jij een gelukkige jeugd kunt hebben. Je wilt gewoon liever niet ‘uit het Paradijs vallen’.
Ik herken dit ook in mijn eigen bestaan, deze onbewuste wens, dit zoeken naar harmonie en ook het vinden ervan, juist door de disharmonie te aanvaarden.
Zoals het afgelopen weekend. Ik was met mijn familie op een fantastisch mooie vakantieboerderij. Na enige tijd realiseerde ik me, dat ik onbewust toch het liefste wil, dat iedereen het voortdurend goed heeft met elkaar. Hoe krampachtiger ik ‘de veelheid wil smeden tot eenheid’, hoe minder harmonie ik (in mij)zelf ervaar. Tot het moment dat ik me dit bewust word. Dan voel ik me heel even intens verdrietig over de loop der dingen.
Inmiddels weet ik, dat als ik dit verdriet gewoon toelaat (even op mezelf), ik daarna ook echt weer kan zien én aanvaarden dat er tegenpolen zijn. In de woorden van Etty; Het is niet voldoende, dat je dit alleen met je verstand weet, je moet de veelheid der dingen ook léven. Op zulke momenten voél ik ook, dat niet alles even harmonieus kan verlopen; au! En al snel daarna voel ik geen ongemak meer als iemand zegt dat ‘het in dit vakantiehuis toch wel erg donker is’, terwijl de zon volop schijnt; dan mag mijn dochter gewoon flink balen van ‘zoveel huiswerk’ terwijl wij plezier maken. Ik zelf trouwens ook. Kortom; alles mag er zijn. Ik ontspan weer en ervaar weer harmonie en eenheid in mijzelf en om me heen.